Draag bij aan onze missie
Doneer nu
Aanmelden
Instellingen
Vertaling
Lezing
31:13
وَإِذۡ
قَالَ
لُقۡمَٰنُ
لِٱبۡنِهِۦ
وَهُوَ
يَعِظُهُۥ
يَٰبُنَيَّ
لَا
تُشۡرِكۡ
بِٱللَّهِۖ
إِنَّ
ٱلشِّرۡكَ
لَظُلۡمٌ
عَظِيمٞ
١٣
En (gedenkt) toen Loeqmân tot zijn zoon zei, hem raad gevende: "O mijn zoon, ken Allah geen deelgenoten toe: voorwaar, het toekennen van deelgenoten (aan Allah) is zeker een geweldig onrecht."
Notes placeholders
close