واما الذين كفروا افلم تكن اياتي تتلى عليكم فاستكبرتم وكنتم قوما مجرمين ٣١
وَأَمَّا ٱلَّذِينَ كَفَرُوٓا۟ أَفَلَمْ تَكُنْ ءَايَـٰتِى تُتْلَىٰ عَلَيْكُمْ فَٱسْتَكْبَرْتُمْ وَكُنتُمْ قَوْمًۭا مُّجْرِمِينَ ٣١

٣١

En wat degenen die niet geloofden betreft: werden Mijn Verzen niet aan jullie voorgedragen waarop jullie hoogmoedig werden? En jullie waren een volk van misdadigers.
Notes placeholders