وانزل الذين ظاهروهم من اهل الكتاب من صياصيهم وقذف في قلوبهم الرعب فريقا تقتلون وتاسرون فريقا ٢٦
وَأَنزَلَ ٱلَّذِينَ ظَـٰهَرُوهُم مِّنْ أَهْلِ ٱلْكِتَـٰبِ مِن صَيَاصِيهِمْ وَقَذَفَ فِى قُلُوبِهِمُ ٱلرُّعْبَ فَرِيقًۭا تَقْتُلُونَ وَتَأْسِرُونَ فَرِيقًۭا ٢٦

٢٦

En Hij zond degenen die hen (de bondgenoten) steunden van de Lieden van de Schrift van hun forten naar beneden. En Hij wierp angst in hun harten. Jullie doodden een groep (mannen) en jullie namen een groep (vrouwen en kinderen) gevangen.
Notes placeholders