انما يومن باياتنا الذين اذا ذكروا بها خروا سجدا وسبحوا بحمد ربهم وهم لا يستكبرون ۩ ١٥
إِنَّمَا يُؤْمِنُ بِـَٔايَـٰتِنَا ٱلَّذِينَ إِذَا ذُكِّرُوا۟ بِهَا خَرُّوا۟ سُجَّدًۭا وَسَبَّحُوا۟ بِحَمْدِ رَبِّهِمْ وَهُمْ لَا يَسْتَكْبِرُونَ ۩ ١٥

١٥

Voorwaar, gelovig aan Onze Verzen zijn slechts degenen die, wanneer zij ermee vemaand worden, zich neerbuigen, en die de Glorie van hun Heer prijzen met Zijn lofprijzing. En zij zijn niet hoogmoedig.
Notes placeholders