وجعل القمر فيهن نورا وجعل الشمس سراجا ١٦
وَجَعَلَ ٱلْقَمَرَ فِيهِنَّ نُورًۭا وَجَعَلَ ٱلشَّمْسَ سِرَاجًۭا ١٦

١٦

En Hij heeft daarin de maan geplaatst als een licht en de zon als een lamp.
Notes placeholders