الذين يحشرون على وجوههم الى جهنم اولايك شر مكانا واضل سبيلا ٣٤
ٱلَّذِينَ يُحْشَرُونَ عَلَىٰ وُجُوهِهِمْ إِلَىٰ جَهَنَّمَ أُو۟لَـٰٓئِكَ شَرٌّۭ مَّكَانًۭا وَأَضَلُّ سَبِيلًۭا ٣٤

٣٤

Degenen die op hun gezichten bij de Hel verzameld zullen worden zijn degenen met de slechtste plaats en zijn het verst afgedwaald van de Weg.
Notes placeholders