٣٨

Daar smeekte Zakariyyâ zijn Heer, hij zei: "O, mijn Heer, schenk mij van U een goed nageslacht, voorwaar, U bent het die de smeekbede verhoot."
Notes placeholders

Maximaliseer uw Quran.com-ervaring!
Begin nu met uw rondleiding:

0%