ليجزي الذين امنوا وعملوا الصالحات من فضله انه لا يحب الكافرين ٤٥
لِيَجْزِىَ ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَعَمِلُوا۟ ٱلصَّـٰلِحَـٰتِ مِن فَضْلِهِۦٓ ۚ إِنَّهُۥ لَا يُحِبُّ ٱلْكَـٰفِرِينَ ٤٥

٤٥

Opdat Hij degenen die geloven en goede werken verrichten zal belonen, van Zijn gunst. Voorwaar, Hij houdt niet van de ongelovigen.
Notes placeholders