Draag bij aan onze missie
Doneer nu
Aanmelden
Instellingen
Vertaling
Lezing
20:66
قَالَ
بَلۡ
أَلۡقُواْۖ
فَإِذَا
حِبَالُهُمۡ
وَعِصِيُّهُمۡ
يُخَيَّلُ
إِلَيۡهِ
مِن
سِحۡرِهِمۡ
أَنَّهَا
تَسۡعَىٰ
٦٦
Hij zei: "Werpt maar." En toen scheen het hem toe dat hun touwen en hun staven zich door hun tovenarij voortbewogen.
Notes placeholders
close