فالقوا حبالهم وعصيهم وقالوا بعزة فرعون انا لنحن الغالبون ٤٤
فَأَلْقَوْا۟ حِبَالَهُمْ وَعِصِيَّهُمْ وَقَالُوا۟ بِعِزَّةِ فِرْعَوْنَ إِنَّا لَنَحْنُ ٱلْغَـٰلِبُونَ ٤٤

٤٤

Toen wierpen zij hun touwen en staven neer, terwijl zij zeiden: "Bij de eer van Fir'aun: voorwaar, wij zullen zeker de overwinnaars zijn."
Notes placeholders