Zij zwoeren bij Allah wat zij zeiden, terwijl zij voorzeker het woord van ongeloof uitspraken en zij zijn ongelovig geworden na hun Islam, en zij verlangden wat zij niet konden uitvoeren. Fn zij verweten slechts (toen) Allah en zijn Boodschapper hen (de gelovigen) rijkdom schonken, van Zijn gunst. Als zij dan berouw tonen, dan zou dat beter voor hen zijn, maar als zij zich afwenden, dan zal Allah hen straffen met een pijnlijke bestraffing, in dit leven en in het Hiernamaals. En op de aarde is er voor hen geen bescherma en geen helper.