وتحسبهم ايقاظا وهم رقود ونقلبهم ذات اليمين وذات الشمال وكلبهم باسط ذراعيه بالوصيد لو اطلعت عليهم لوليت منهم فرارا ولمليت منهم رعبا ١٨
وَتَحْسَبُهُمْ أَيْقَاظًۭا وَهُمْ رُقُودٌۭ ۚ وَنُقَلِّبُهُمْ ذَاتَ ٱلْيَمِينِ وَذَاتَ ٱلشِّمَالِ ۖ وَكَلْبُهُم بَـٰسِطٌۭ ذِرَاعَيْهِ بِٱلْوَصِيدِ ۚ لَوِ ٱطَّلَعْتَ عَلَيْهِمْ لَوَلَّيْتَ مِنْهُمْ فِرَارًۭا وَلَمُلِئْتَ مِنْهُمْ رُعْبًۭا ١٨

١٨

En jij zou gedacht hebben dat zij wakker waren; maar zij waren slapend. En Wij draaiden hen op hun rechterkant en op hun linkerkant; en hun hond lag uitgestrekt met zijn voorpoten op de voorgrond. Als jij hen zou zien. had jij hen de rug toegekeerd, vluchtend, en jij zou met angst voor hen vervuld zijn.
Notes placeholders