فكذبوه فانهم لمحضرون ١٢٧
فَكَذَّبُوهُ فَإِنَّهُمْ لَمُحْضَرُونَ ١٢٧

١٢٧

Toen loochenden zij hem, daarom worden zij zeker voorgeleiden (voor de bestraffing).
Notes placeholders