قال كذالك قال ربك هو علي هين ولنجعله اية للناس ورحمة منا وكان امرا مقضيا ٢١
قَالَ كَذَٰلِكِ قَالَ رَبُّكِ هُوَ عَلَىَّ هَيِّنٌۭ ۖ وَلِنَجْعَلَهُۥٓ ءَايَةًۭ لِّلنَّاسِ وَرَحْمَةًۭ مِّنَّا ۚ وَكَانَ أَمْرًۭا مَّقْضِيًّۭا ٢١

٢١

Hij zei: "Zo is het, jouw Heer heeft gezegd: 'Dit is makkelijk voor Mij. En opdat Wij hem tot een Teken voor de mensen maken en als Barmhartigheid van Ons. En het is een vastgestelde zaak."
Notes placeholders