نمتعهم قليلا ثم نضطرهم الى عذاب غليظ ٢٤
نُمَتِّعُهُمْ قَلِيلًۭا ثُمَّ نَضْطَرُّهُمْ إِلَىٰ عَذَابٍ غَلِيظٍۢ ٢٤

٢٤

Wij doen hen een weinig genieten en vervolgens dwingen Wij hen naar een zware bestraffing,
Notes placeholders