Zij zeggen: "(Zij waren met) drie, hun vierde was hun hond," en zij zeggen, "Vijf, hun zesde was hun hond," radend naar het onbekende. En zij zeggen: "Zeven, hun achtste was hun bond." Zeg: "Mijn Heer kent hun aantal beter, zij kennen het niet, behalve weinigen." Redetwist daarom niet over hen, behalve (met) een duidelijk twistgesprek. En ondervraagt niet één van hen over hen.