سنلقي في قلوب الذين كفروا الرعب بما اشركوا بالله ما لم ينزل به سلطانا وماواهم النار وبيس مثوى الظالمين ١٥١
سَنُلْقِى فِى قُلُوبِ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ ٱلرُّعْبَ بِمَآ أَشْرَكُوا۟ بِٱللَّهِ مَا لَمْ يُنَزِّلْ بِهِۦ سُلْطَـٰنًۭا ۖ وَمَأْوَىٰهُمُ ٱلنَّارُ ۚ وَبِئْسَ مَثْوَى ٱلظَّـٰلِمِينَ ١٥١

١٥١

Wij zullen angst in de harten van de ongelovingen werpen wegens wat zij naast Allah aan deelgenoten toegekend hebben, waarvoor Hij geen bewijs neergedonden heeft. Hun verblijfplaats is de Hel. En het is de slechste plaats voor de onrechtplegers.
Notes placeholders