قيل يا نوح اهبط بسلام منا وبركات عليك وعلى امم ممن معك وامم سنمتعهم ثم يمسهم منا عذاب اليم ٤٨
قِيلَ يَـٰنُوحُ ٱهْبِطْ بِسَلَـٰمٍۢ مِّنَّا وَبَرَكَـٰتٍ عَلَيْكَ وَعَلَىٰٓ أُمَمٍۢ مِّمَّن مَّعَكَ ۚ وَأُمَمٌۭ سَنُمَتِّعُهُمْ ثُمَّ يَمَسُّهُم مِّنَّا عَذَابٌ أَلِيمٌۭ ٤٨

٤٨

Er werd gezegd: "O Nôeh, ga van boord met veiligheid en de zegening van Ons over jou en over de gemeenschappen met jou. En Wij schenken genietingen aan gemeenschappen, vervolgens treft hen een pijnlijke bestraffing van Ons."
Notes placeholders