يوم يات لا تكلم نفس الا باذنه فمنهم شقي وسعيد ١٠٥
يَوْمَ يَأْتِ لَا تَكَلَّمُ نَفْسٌ إِلَّا بِإِذْنِهِۦ ۚ فَمِنْهُمْ شَقِىٌّۭ وَسَعِيدٌۭ ١٠٥

١٠٥

Op de Dag die komt zai geen ziel spreken, behalve met Zijn verlof. En onder hen er zijn en zijn ongerlukkigen en gelukkigen.
Notes placeholders