فعصوا رسول ربهم فاخذهم اخذة رابية ١٠
فَعَصَوْا۟ رَسُولَ رَبِّهِمْ فَأَخَذَهُمْ أَخْذَةًۭ رَّابِيَةً ١٠

١٠

En zij waren ongehoorzaam aan de Boodschapper van hun Heer. Toen groep Hij hen met een krachtige bestraffing.
Notes placeholders