١٠١

Degenen voor wie de ogen versluierd waren voor het gedenken van Mij en (die) niet tot horen in staat waren.
١٠٢
Denken degenen die niet geloven, dat zij Mijn dienaren naast Mij tot beschermers kunnen nemen? Voorwaar, wij hebben de Hel klaargemaakt als een verblijfplaats voor de ongelovigen.
١٠٣
Zeg (O Moehammad): "Zullen wij jullie op de hoogte brengen van wie de grootste verliezers zijn door (hun) daden?"
Notes placeholders