وامددناهم بفاكهة ولحم مما يشتهون ٢٢
وَأَمْدَدْنَـٰهُم بِفَـٰكِهَةٍۢ وَلَحْمٍۢ مِّمَّا يَشْتَهُونَ ٢٢

٢٢

En Wij geven hun vruchten en vlees, van welke soort zij wensen.
Notes placeholders