٣٧

Toen aanvaardde haar Heer haar vriendelijk en deed haar goed opgroeien. En Hij stelde haar onder de hoede van Zakariyya. Iedere keer dat Zakariyya in de (gebeds-) ruimte bij haar kwam vond hij levensvoorzieningen bij haar. Hij zei: "O maryam, van waar heb jij dat?" Zij zei: "Dat komt bij Allah vandaan, voorwaar, Allah voorziet wie Hij wil zonder afrekening."
Notes placeholders

Maximaliseer uw Quran.com-ervaring!
Begin nu met uw rondleiding:

0%