كنتم خير امة اخرجت للناس تامرون بالمعروف وتنهون عن المنكر وتومنون بالله ولو امن اهل الكتاب لكان خيرا لهم منهم المومنون واكثرهم الفاسقون ١١٠
كُنتُمْ خَيْرَ أُمَّةٍ أُخْرِجَتْ لِلنَّاسِ تَأْمُرُونَ بِٱلْمَعْرُوفِ وَتَنْهَوْنَ عَنِ ٱلْمُنكَرِ وَتُؤْمِنُونَ بِٱللَّهِ ۗ وَلَوْ ءَامَنَ أَهْلُ ٱلْكِتَـٰبِ لَكَانَ خَيْرًۭا لَّهُم ۚ مِّنْهُمُ ٱلْمُؤْمِنُونَ وَأَكْثَرُهُمُ ٱلْفَـٰسِقُونَ ١١٠

١١٠

Jullie zijn de beste gemeenschap die uit de mensen is voortgebracht, (zolang) jullie tot het goede oproepen en jullie het verwerpelijke verbieden, en jullie in Allah geloven. En als de Lieden van de Schrift zouden geloven, zou dat beter voor hen zijn, onder hen zijn er gelovigen, maar de meesten vam hen zijn begaan zware zonden.
Notes placeholders