فطاف عليها طايف من ربك وهم نايمون ١٩
فَطَافَ عَلَيْهَا طَآئِفٌۭ مِّن رَّبِّكَ وَهُمْ نَآئِمُونَ ١٩

١٩

Toen ging er een bezoeking (storm) van jouw Heer in haar rond, terwijl zij sliepen.
Notes placeholders