Draag bij aan onze missie
Doneer nu
Aanmelden
Instellingen
Vertaling
Lezing
18:79
أَمَّا
ٱلسَّفِينَةُ
فَكَانَتۡ
لِمَسَٰكِينَ
يَعۡمَلُونَ
فِي
ٱلۡبَحۡرِ
فَأَرَدتُّ
أَنۡ
أَعِيبَهَا
وَكَانَ
وَرَآءَهُم
مَّلِكٞ
يَأۡخُذُ
كُلَّ
سَفِينَةٍ
غَصۡبٗا
٧٩
Wat betreft de boot: zij was van arme mensen, die op zee werkten, en ik wilde haar onbruikbaar maken, want na hen kwarn een koning, die elke boot met geweld zou nemen.
Notes placeholders
close