ولقد اتينا بني اسراييل الكتاب والحكم والنبوة ورزقناهم من الطيبات وفضلناهم على العالمين ١٦
وَلَقَدْ ءَاتَيْنَا بَنِىٓ إِسْرَٰٓءِيلَ ٱلْكِتَـٰبَ وَٱلْحُكْمَ وَٱلنُّبُوَّةَ وَرَزَقْنَـٰهُم مِّنَ ٱلطَّيِّبَـٰتِ وَفَضَّلْنَـٰهُمْ عَلَى ٱلْعَـٰلَمِينَ ١٦

١٦

En voorzeker, Wij hebben de Kinderen van Israël de Schrift (de Taurât) en de heerschappij en het profeetschap gegeven. En Wij hebben hun van het goede voorzien en Wij hebben hen boven de volkeren (die toen leefden) bevoorrecht.
Notes placeholders