اولايك يجزون الغرفة بما صبروا ويلقون فيها تحية وسلاما ٧٥
أُو۟لَـٰٓئِكَ يُجْزَوْنَ ٱلْغُرْفَةَ بِمَا صَبَرُوا۟ وَيُلَقَّوْنَ فِيهَا تَحِيَّةًۭ وَسَلَـٰمًا ٧٥

٧٥

Zij zijn degenen die beloond zullen worden met een ereplaats (in het Paradijs) en zij zullen daarin ontvangen worden met om begroeting en vrede.
Notes placeholders