وما كان جواب قومه الا ان قالوا اخرجوهم من قريتكم انهم اناس يتطهرون ٨٢
وَمَا كَانَ جَوَابَ قَوْمِهِۦٓ إِلَّآ أَن قَالُوٓا۟ أَخْرِجُوهُم مِّن قَرْيَتِكُمْ ۖ إِنَّهُمْ أُنَاسٌۭ يَتَطَهَّرُونَ ٨٢

٨٢

En het antwoord van zijn volk was slechts dat zij zeiden: "Verdrijft hen (Lôeth en zijn volgelingen) uit jullie stad. Voorwaar, zij zijn mensen dit zich reinigen."
Notes placeholders