١٤٣

En toen Môesa op de met Ons afgesproken tijd was gekomen en zijn Heer tot hem had gesproken, zei hij: "Mijn Heer, Toon U aan mij." Hij zei: "Jij zult Mij nimmer (kunnen) zien, maar kijk naar de berg, als deze op zijn plaats blijft, dan zul je Mij zien." En toen zijn Heer zich aan de berg zichtbaar maakte, maakte Hij deze tot pulver, en Môesa viel bewusteloos ter aarde. En toen hij weer bij bewustzijn was gekomen, zei hij: "Heilig bent U, ik wend mij berouwvol tot U en ik ben de eerste van de gelovigen."
Notes placeholders

Maximaliseer uw Quran.com-ervaring!
Begin nu met uw rondleiding:

0%