Draag bij aan onze missie
Doneer nu
Aanmelden
Instellingen
Vertaling
Lezing
14:35
وَإِذۡ
قَالَ
إِبۡرَٰهِيمُ
رَبِّ
ٱجۡعَلۡ
هَٰذَا
ٱلۡبَلَدَ
ءَامِنٗا
وَٱجۡنُبۡنِي
وَبَنِيَّ
أَن
نَّعۡبُدَ
ٱلۡأَصۡنَامَ
٣٥
En toen Ibrâhîm zei: "Mijn Heer, maak deze stad veilig en houd mij en mijn zonen ervan af dat wij afgoden zouden aanbidden.
14:36
رَبِّ
إِنَّهُنَّ
أَضۡلَلۡنَ
كَثِيرٗا
مِّنَ
ٱلنَّاسِۖ
فَمَن
تَبِعَنِي
فَإِنَّهُۥ
مِنِّيۖ
وَمَنۡ
عَصَانِي
فَإِنَّكَ
غَفُورٞ
رَّحِيمٞ
٣٦
Mijn Heer, voorwaar, zij hebben vele mensen doen dwalen. Wie mij dan volgt: voorwaar, die behoort bij mij. En wie mij niet gehoorzaant: voorwaar, U bent Vergevensgezind, Meest Barmbartig.
Notes placeholders
close