٨٣

Hij (Ya'qôcb) zei: "Welnee, jullie hebben voor jullie zelf iets moois verzonnen (Mijn) geduld is goed. Hopelijk brengt Allah hen allen terug hij mij. Voorwaar, Hij is de Alwetende, de Alwijze."
٨٤
En hij (Ya'qôeb) wendde zich af van hen en zei: "Ik heb medelijden met Yôesoef," en zijn ogen werden wit van verdriet en hij beheerste zijn woede.
Notes placeholders